Uitslag meting afplatting hoofd

Bij deze zoals afgesproken de uitslag van de meting:

Om de mate van deformatieve plagiocefalie (DP, ‘scheefheid’) en deformatieve brachycefalie (DB, ‘afplatting achterzijde hoofdje’) te kunnen vast stellen heb ik gemeten middels de meetmethode 'plagiocefalometrie' (PCM, van Vlimmeren).

Eerst zal ik de mogelijke uitslagen kort toelichten:
Deformatieve plagiocefalie/ scheef hoofdje:
- ODDI tussen de 100-104% -> normaal; afwijking is nauwelijks zichtbaar en is niet storend.
- ODDI tussen de 104-108% -> deformatieve plagiocefalie/ scheefheid is duidelijk waarneembaar, maar er is nog afname mogelijk tot onder 104% bij voldoende ontlasting van het hoofdje en eventueel instructies van de kinderfysiotherapeut.
- ODDI boven de 108-110% -> de kans op volledig herstel is minder groot wanneer het hoofdje alleen ontlast wordt en alle adviezen met betrekking tot houding en hantering toegepast worden. Bij deze uitslag is er een indicatie voor helmredressietherapie.

Deformatieve brachycefalie/ afplatting achterzijde hoofdje:
- CPI tussen 70-90% -> normaal, afwijking is niet- storend.
- CPI tussen 90-95% -> afplatting van het achterhoofd is duidelijk waarneembaar, maar er is nog spontane afname mogelijk tot onder 90%.
- CPI hoger dan 95- 100% -> zonder interventie met helmredressie zal de afplatting van het achterhoofd naar verwachting niet lager dan 90% worden en dus duidelijk waarneembaar blijven.

De gemeten waarden bij Imke:
- 17-06-2009: ODDI/ scheef hoofdje: 104%
CPI/ afgeplat hoofdje (achterzijde): 101(,65)%


Zoals je kunt zien valt de ODDI (mate van scheefheid) nog netjes binnen de goede waarden. De CPI (de afplatting van de achterkant van het hoofdje) is te hoog: bij de uitleg van de uitslagen kun je zien dat er bij waarden boven de 95% een redressiehelm geadviseerd wordt. Met deze waarde zou de afplatting duidelijk waarneembaar KUNNEN blijven.